Leefvervoer 2024
Veel mensen met een ziekte of beperking en veel ouderen hebben hoge kosten voor het gewone dagelijkse leefvervoer. Zij kunnen bijvoorbeeld niet lopen of fietsen, zoals anderen. Had jij in 2024 vanwege je ziekte of beperkingen (of vanwege de ziekte of beperking van je partner, kind of gehandicapte huisgenoot) hogere vervoerskosten dan anderen, dan kun je de meerkosten aftrekken als zorgkosten.
Vergelijkingsmaatstaf
Voor de aftrek van extra kosten voor leefvervoer geldt een vergelijkingsmaatstaf.
- Je moet aantonen dat je in 2024 meer hebt uitgegeven aan vervoer dan iemand die geen ziekte of beperking heeft en die voor het overige (inkomen, vermogen, gezinssamenstelling) in vergelijkbare omstandigheden verkeerde als jij.
- Je moet kunnen aantonen dat je die meerkosten hebt gemaakt vanwege een ziekte of beperking. Hogere uitgaven dan gemiddeld kunnen bijvoorbeeld ook ontstaan doordat je graag in een mooie auto rijdt of een hobby hebt waar je veel voor op pad bent. In dat geval zijn de meerkosten niet aftrekbaar.
- Het gaat bij de vergelijkingsmaatstaf nadrukkelijk om de extra vervoerskosten die je maakt en niet om de extra kilometers.
Deze criteria maken de aftrek van extra kosten voor leefvervoer erg lastig. Het is bijvoorbeeld niet mogelijk om autokosten af te trekken met als argument dat al je gereden kilometers zorggerelateerd zijn, omdat je vanwege je beperkingen op een auto bent aangewezen.
Stappenplan
Om in aanmerking te komen voor de aftrek van extra kosten voor leefvervoer zul je de volgende stappen moeten zetten:
Stap 1.
Zet al je vervoerskosten in 2024 op een rijtje, in een uitgebreide administratie.
- Heb je een auto, reken dan alle kosten mee: afschrijving, onderhoud, reparaties, verzekering, parkeerkosten, motorrijtuigenbelasting en brandstof, voor één of meerdere al dan niet aangepaste auto’s. Je kunt ook uitgaan van de kilometerprijs zoals die aangegeven wordt voor jouw type auto (merk, type, bouwjaar, leeftijd, aantal kilometers per jaar, afschrijvingstermijn) in de rekenmodellen in de ANWB Autokostenmodule. Hou er rekening mee dat de Belastingdienst deze tabellen niet altijd automatisch accepteert. Je moet de kosten dan alsnog aannemelijk zien te maken.
- Denk daarnaast aan kosten voor een brommobiel (alle kosten), taxikosten (facturen bewaren), fietskosten (afschrijving, verzekering, reparaties), kosten voor openbaar vervoer (bewaar vervoerbewijzen of print de overzichten van je OV-chipkaart), aangepast vervoer (een lokale vervoersvoorziening zoals een regiotaxi of Valys), enzovoorts.
- Ook de kosten voor een medische keuring voor het aanvragen (of behouden) van een rijbewijs mag je meerekenen, zo blijkt uit een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland. Naar analogie tellen ook de kosten voor het aanvragen van een gehandicaptenparkeerplaats of een gehandicaptenparkeerkaart mee mogen. Ook dit zijn immers kosten die je ‘als rechtstreeks gevolg’ van de beperkingen gemaakt hebt.
- Uitgaven voor aanpassing van je auto reken je niet mee. Die zijn immers apart aftrekbaar, onder het kopje Aanpassingen.
- Daarna vermindert je de uitgaven met eventuele ontvangen vergoedingen, bijvoorbeeld van je zorgverzekering (voor ziekenvervoer), van je werkgever of van het UWV (voor werkvervoer) of van de gemeente (voor leefvervoer).
- Je weet nu hoeveel vervoerskosten in 2024 voor jouw eigen rekening kwamen.
Stap 2.
Deze uitgaven verminder je weer met de kosten die je elders hebt afgetrokken. Bijvoorbeeld bij reiskosten voor ziekenbezoek, bij ziekenvervoer, bij de reisaftrek voor woon-werkverkeer of bij de vervoerskosten die je als onkosten ten laste van de winst hebt geboekt in je onderneming. Je kunt die kosten immers niet op twee plaatsen tegelijk aftrekken.
Wat overblijft zijn de kosten voor vervoer die volledig voor jouw eigen rekening kwamen en die je verder nergens kon verrekenen of aftrekken.
Stap 3.
Vervolgens moet je aantonen dat deze kosten hoger waren dan de kosten die anderen maken, die in dezelfde omstandigheden verkeerden als jij. Deze zogenoemde ‘maatman’ heeft hetzelfde inkomen en vermogen als jij, en dezelfde gezinssamenstelling, maar geen ziekte of beperkingen.
Om de vervoerskosten van de ‘maatman’ te bepalen, kun je de gegevens van het Nibud gebruiken, die weer gebaseerd zijn op cijfers van het CBS. Overigens zal de Belastingdienst je berekening niet altijd accepteren. Welke berekening de Belastingdienst dan wel accepteert is niet helder. Het gevolg is dat er veel bezwaar- en beroepsprocedures gevoerd worden over deze aftrekpost, waarbij ook de rechter je soms gelijk zal geven en soms niet.
Stap 4.
Nu moet je aannemelijk maken dat jouw méérkosten ten opzichte van de ‘maatman’ te verklaren zijn door je ziekte of beperking. Het kan immers ook zo zijn dat je om andere redenen hoge vervoerskosten hebt.
Kun je dit allemaal aantonen en aannemelijk maken, dan zijn de méérkosten die je maakt ten opzichte van de ‘maatman’ aftrekbaar.
Hoe ziet dit er in de praktijk uit?
Bijvoorbeeld zo. Stel, je bent alleenstaand, je woont zelfstandig en je hebt een inkomen van netto € 1.750 per maand.
Je zet al je vervoerskosten op een rijtje. Je rijdt 12.000 km per jaar in een zeven jaar oude Renault Scénic, die je anderhalf jaar geleden gekocht hebt voor € 10.000, toen er 84.000 km op de teller stond. Volgens de ANWB Autokostenmodule kost deze auto € 0,43 per kilometer (inclusief alle kosten). Dat is € 5.160 per jaar. Je hebt verder geen vervoerskosten.
Toen je de auto kocht zijn er aanpassingen in aangebracht, maar daar heb je nu geen kosten meer aan.
Je kreeg van je werkgever een vergoeding van € 0,23 per kilometer voor woon-werkverkeer. Je woont 10 km van je werk en je werkt drie dagen per week. Je krijgt aan vergoeding van je werkgever dus 60 km per week x 47 werkweken = 2.820 km x € 0,23 = € 649 per jaar.
Je hebt dus in 2024 aan vervoer € 5.160 – 649 = € 4.511 uitgegeven.
Je hebt onder het kopje ‘ziekenvervoer’ voor bezoeken aan de fysiotherapeut en aan het revalidatiecentrum in totaal € 411 afgetrokken.
De kosten voor vervoer die volledig voor jouw eigen rekening kwamen en die je verder nergens kon aftrekken bedragen dus € 4.511 – 411 = € 4.100.
Volgens de tabel van het Nibud geeft een alleenstaande zonder handicap, met een inkomen van netto € 2.000 per maand (jouw zogenoemde ‘maatman’) elke maand € 141 uit aan vervoerskosten. Dat is € 1.692 per jaar.
Je bent vanwege je beperkingen volledig afhankelijk van vervoer per auto. De auto is niet voor niets helemaal voor jou aangepast.
In deze situatie kun je aftrekken als kosten voor leefvervoer: € 4.100 (kosten volledig voor jouw rekening) – € 1.692 (de kosten van de ‘maatman’) = € 2.408.
Kan ik de kosten voor het lidmaatschap van de ANWB meetellen bij mijn vervoerskosten?
Nee. Deze kosten hangen niet rechtstreeks samen met je vervoer, aldus het Gerechtshof Den Haag in een recente uitspraak.
Alle informatie in deze rubriek gaat over het belastingjaar 2024. De aangifte inkomstenbelasting over dat jaar start op 1 maart 2025.
Nieuwe regels voor het belastingjaar 2025
Let op, de regels voor de aftrek van kosten voor leefvervoer veranderen met ingang van het belastingjaar 2025 (aangifte vanaf 1 maart 2026). Meer hierover lees je op de speciale pagina Leefvervoer 2025.