Ziekenvervoer
Reiskosten voor vervoer van en naar een erkende medische of paramedische behandelaar (ook wel ‘ziekenvervoer’ genoemd) kunt u aanmerken als zorgkosten. Dat wil zeggen: voor zover ze voor uw eigen rekening komen.
Algemeen
Vergoedingen
Niet aftrekbaar
Speciale school
Dagbesteding
Algemeen
Op de website van de Belastingdienst staat dat u onder dit punt ‘de werkelijke uitgaven voor vervoer naar een arts, ziekenhuis of apotheek en terug’ kunt aftrekken. Deze informatie van de klopt wel, maar is niet volledig. Aftrekbaar als ziekenvervoer zijn álle vervoerskosten die u maakt in het kader van de behandeling van uw aandoening. Het moet dan wel gaan om een behandeling op voorschrift van een arts. Denk aan bezoeken van een arts of specialist, een fysiotherapeut, logopedist of andere paramedicus, of het vervoer naar bijvoorbeeld speciale gymnastiektrainingen of aangepast zwemmen, het bezoeken van een audiologisch centrum, voor hulp bij tinnitus of de reiskosten naar een vaccinatie, bijvoorbeeld voor corona.
De begeleiding bij die activiteiten hoeft niet door een (para)medicus zelf verzorgd te worden, zolang de activiteit maar ‘deel uitmaakt van een complex van onderling samenhangende en op elkaar afgestemde maatregelen, door middel waarvan […] wordt gepoogd de fysieke en psychische toestand van een patiënt tot de voor hem optimale graad op te voeren’, aldus de Hoge Raad. Het moet bovendien gaan om ‘therapeutische activiteiten onder omstandigheden waarin gezonde personen soortgelijke activiteiten niet plegen uit te oefenen’. Gewoon gaan zwemmen omdat uw dokter dat een goed idee vindt, telt dus niet mee.
Of vervoerskosten naar een orthopedisch schoenmaker of naar de training van een hulphond aftrekbaar zijn als kosten voor ziekenvervoer is niet helder. De Belastingdienst vindt van niet, maar de formulering van de Hoge Raad hierboven lijkt er wel ruimte voor te laten. Er is nog geen rechterlijke uitspraak om dat te bevestigen.
Vergoedingen
Ziekenvervoer per ambulance krijgt u over het algemeen volledig vergoed, zonder eigen bijdrage. U kunt dan geen aftrek meer opvoeren.
Voor ziekenvervoer per openbaar vervoer of met eigen vervoer krijgen vijf groepen mensen een vergoeding van hun zorgverzekeraar. Die regeling geldt voor (1) vervoer naar een nierdialysecentrum, (2) vervoer naar het ziekenhuis voor chemotherapie of bestralingen, (3) vervoer van mensen die zich alleen per rolstoel of scootmobiel kunnen verplaatsen, (4) vervoer van mensen die door hun visuele beperking alleen met een begeleider kunnen reizen en (5) vervoer van mensen die met succes een beroep hebben gedaan op de hardheidsclausule voor langdurige behandelingen.
- In al deze gevallen vraagt de zorgverzekeraar een eigen bijdrage voor het vervoer. In 2022 bedroeg die eigen bijdrage € 111. Deze eigen bijdrage is niet aftrekbaar.
- Vaak eist uw zorgverzekeraar dat u gebruik maakt van een vervoerbedrijf waar de verzekeraar een contract mee heeft afgesloten. Kiest u zelf voor een ander vervoerbedrijf en betaalt u dit vervoer daardoor (gedeeltelijk) zelf, dan kunt u deze kosten niet aftrekken als zorgkosten. Ze vallen namelijk in principe wel onder de dekking van de zorgverzekering.
- Reist u met uw eigen auto, dan krijgt u hiervoor een standaardbedrag per kilometer (in 2022: € 0,32) van uw zorgverzekeraar. Zijn de werkelijke kosten per kilometer van uw auto aantoonbaar hoger, dan kunt u de meerkosten aftrekken. Voor de berekening van de werkelijke kosten geeft de ANWB Autokostenmodule een goede indicatie.
In alle andere gevallen krijgt u geen vergoeding van de zorgverzekeraar voor ziekenvervoer. In dat geval zijn alle kosten die u maakt voor ziekenvervoer aftrekbaar.
- Reist u met het openbaar vervoer of per taxi, ga dan uit van de werkelijke kosten (bonnen bewaren).
- Reist u met uw eigen auto, ga dan uit van de werkelijke kosten per kilometer voor uw auto. De ANWB Autokostenmodule helpt u hierbij, maar u kunt ook zelf een berekening maken. Neem dan alle kosten in 2022 mee: brandstof, motorrijtuigenbelasting, verzekeringspremies, afschrijving, onderhoud, reparaties, wasbeurten, winterbanden, parkeren, enzovoorts. Deel deze kosten door het aantal kilometers dat u in 2022 met de auto hebt gereden. Zo krijgt u het bedrag dat uw auto per kilometer kost.
Ik betaal flink voor het parkeren in de parkeergarage van het ziekenhuis. Kan ik die parkeerkosten ook meerekenen?
Ja, dat mag. In de ANWB Autokostenmodule worden geen parkeerkosten meegenomen. Ook als u alle kosten per rit specificeert (en dus niet uitgaat van de gemiddelde kosten per kilometer), dan kunt u de parkeerkosten meerekenen.
Kunt u een rekenvoorbeeld geven?
Stel u hebt een nierziekte en u moest daarvoor in 2022 drie keer per week naar een dialysecentrum, 10 kilometer van uw woonplaats. U ging hier met uw eigen auto naartoe.
- U kreeg hiervoor een vergoeding van € 0,32 per kilometer (tarief 2022) van uw zorgverzekeraar. Die vergoeding bedroeg 52 (aantal weken) x 3 (aantal keren dialyse per week) x 20 (kilometers heen en terug) = 3.120 kilometer x € 0,32 = € 998,40.
- De verzekeraar hield op deze vergoeding de wettelijk eigen bijdrage van € 111 per persoon per jaar al bij voorbaat in. U ontving daardoor een netto vergoeding van € 887,40.
- U reed met een goed onderhouden middenklasse auto van gemiddelde leeftijd. Op de website van de ANWB heeft u uitgerekend wat uw auto kost. Dat blijkt € 0,42 per kilometer te zijn. Uw totale vervoerskosten voor de dialyse bedragen dus: 3.120 (km) x € 0,42 = € 1.310,40.
Aftrekbaar is in dit geval: € 1.310,40 (uw kosten) – 887,40 (de vergoeding) – 111 (de wettelijke eigen bijdrage die niet aftrekbaar is) = € 312.
Niet aftrekbaar
Reiskosten voor bezoeken aan een bedrijfsarts of een keuringsarts zijn niet aftrekbaar. Een bedrijfsarts of een keuringsarts speelt namelijk geen rol bij uw behandeling.
Speciale school
Gaat uw kind naar een speciale school waar paramedische behandelingen (zoals logopedie, fysiotherapie of ergotherapie) deel uitmaakt van het aanbod, hebt u daardoor extra vervoerskosten ten opzichte van ouders die hun kind naar een reguliere school laten gaan en krijgt u geen vergoeding voor die kosten, dan kunt u ook deze extra vervoerskosten aftrekken als reiskosten voor (para)medische behandelingen.
Dagbesteding
Veel mensen met een beperking maken gebruik van voorzieningen voor dagbesteding. Ze maken reiskosten om daar te komen. In principe vallen deze reiskosten niet onder het begrip ‘reiskosten voor medische behandelingen’. In een aantal gevallen is het echter wel te verdedigen om ze hier toch onder te brengen, namelijk als (para)medische behandelingen zoals logopedie, fysiotherapie of ergotherapie deel uitmaken van het persoonlijke zorgplan en ook daadwerkelijk worden aangeboden.
Logeeropvang
Veel mensen met een ziekte of beperking wonen thuis en krijgen daar intensieve zorg, gecombineerd met de mantelzorg van hun ouders of van hun partner. Om de mantelzorger even wat ‘lucht’ te geven kan diegene dan tijdelijk in een zorginstelling logeren. Dat kan op basis van een indicatie zelfs tot 156 nachten per jaar. Als (para)medische behandelingen deel uitmaken van de logeeropvang, dan zijn de reiskosten van en naar die opvang aftrekbaar als ziekenvervoer. Gaat het bij de logeeropvang alleen maar om opvang en begeleiding, dan zijn deze reiskosten helaas niet aftrekbaar.
Ik ga drie keer in de week zwemmen in een extra verwarmd zwembad. Dat heb ik echt nodig om te ontspannen en om mijn pijnklachten te verminderen. Dankzij dat zwemmen kan ik gewoon meedoen in de samenleving. Mijn arts heeft mij dit geadviseerd en daar ben ik nog altijd heel dankbaar voor. Ik ga er met de auto heen, want in de bus zou ik op de terugweg veel te snel weer afkoelen. Kan ik de reiskosten daarvoor aftrekken?
Dat hangt ervan af.
- Gaat u op eigen initiatief naar een voor iedereen toegankelijk zwemuurtje, dan zijn de reiskosten hiervoor niet aftrekbaar.
- Gaat u op verwijzing van uw arts naar hydrotherapie (therapeutisch zwemmen) of yogazwemmen onder begeleiding, dan zijn de reiskosten hiervoor wel aftrekbaar.
Alle informatie in deze rubriek gaat over het belastingjaar 2022. U kunt aangifte inkomstenbelasting over dat jaar doen vanaf 1 maart 2023.