Reiskosten ziekenbezoek
Werd een huisgenoot (partner, kind of ander inwonend familielid) in 2022 langer dan een maand ergens anders verpleegd of verzorgd, dan kunt u de reiskosten om bij deze huisgenoot op bezoek te gaan, aftrekken bij het onderdeel reiskosten voor ziekenbezoek.
Er geldt voor deze aftrek een aantal voorwaarden:
- Het moet gaan om een huisgenoot die ziek werd of gehandicapt raakte op het moment dat u samen met hem tot één huishouden behoorde.
- Het gaat om bezoeken aan iemand die vanuit uw gezamenlijke huishouding langdurig elders wordt verpleegd. Het kan daarbij ook gaan om permanente opname in een zorginstelling. In dat geval is er eigenlijk sprake van een voormalige huisgenoot.
- Langdurig wil zeggen dat uw (voormalige) huisgenoot in 2022 langer dan een maand ergens anders verpleegd of verzorgd werd. Het kan ook gaan om meerdere korte periodes die samen optellen tot meer dan een maand. Bijvoorbeeld vier periodes van twee weken. Het moet dan wel gaan om opnames die met dezelfde ziekte of beperking te maken hebben. Bovendien mag er niet meer dan een maand tijd zitten tussen elke periode dat uw huisgenoot opgenomen is geweest.
- Uw (voormalige) huisgenoot werd in 2022 verpleegd of verzorgd op een afstand van meer dan 10 kilometer van uw woning (gemeten langs de ‘meest gebruikelijke weg’).
- U bent in 2022 regelmatig bij uw (voormalige) huisgenoot op bezoek gegaan.
- Er gelden geen leeftijdsgrenzen voor degene die u bezocht.
- Uw (voormalige) huisgenoot kan op allerlei plekken verblijven. Bijvoorbeeld in een ziekenhuis, een revalidatiecentrum, een observatieplaats, een verpleeghuis, een woonvorm voor mensen met een beperking, een gezinsvervangend tehuis of op een particulier adres.
De aftrek geldt ook als het gaat om een lid van het gezin (kind, partner, broer of zus) met een beperking, die vanuit een gezamenlijke huishouding in een instelling is gaan wonen en die u daar bezoekt. Omdat er geen leeftijdsgrenzen gelden voor degene die u bezoekt, kunt u de reiskosten voor het bezoek aan uw kind, partner, broer of zus dus ook aftrekken als zij al jaren in een instelling wonen. Ook als u zelf inmiddels ergens anders bent gaan wonen, op méér dan 10 kilometer van die instelling.
- Reisde u per auto, dan kunt u een vast bedrag van € 0,19 per kilometer aftrekken.
- Reisde u per openbaar vervoer of taxi, dan kunt u de werkelijke kosten aftrekken. U moet die kosten wel kunnen aantonen, dus de vervoersbewijzen bewaren. Denk aan de facturen van de taxi, treinkaartjes of prints van de overzichten van uw OV-chipkaart.
Mijn kind woonde bij mijn ex-partner en is van daaruit in een instelling gaan wonen. Kan ik voor mijn bezoeken aan dit kind ook gebruik maken van de aftrek van reiskosten voor ziekenbezoek?
Dat hangt ervan af. De eis die de wetgever stelt is dat uw kind ‘bij aanvang van de ziekte of invaliditeit’ waarvoor het elders wordt verpleegd, deel uitmaakte van hetzelfde huishouden als u. Leidend is dat u op hetzelfde adres ingeschreven stond in de gemeentelijke Basisregistratie personen (BRP). Er zijn daardoor twee mogelijkheden.
- Was uw kind al ziek of gehandicapt op het moment dat u uit elkaar ging, dan kunt u de reiskosten wel aftrekken. Ook al werd uw kind op dat moment nog thuis verpleegd.
- Is uw kind pas ziek geworden of gehandicapt geraakt op het moment dat u al ergens anders woonde, dan kunt u uw reiskosten niet aftrekken.
Mijn jongere roer is in een GGZ-instelling opgenomen toen ik nog thuis woonde. Inmiddels woon ik op mezelf. Hij zit nog steeds in die instelling. Kan ik de reiskosten voor mijn bezoeken aan hem nog steeds aftrekken als reiskosten ziekenbezoek?
Ja, dat kan. Uw broer is immers ziek geworden en in een instelling opgenomen op het moment dat u nog samen met hem tot één gezamenlijke huishouding behoorde: het gezin waar u en uw broer zijn opgegroeid. Het maakt daarbij niet uit dat u inmiddels ergens anders bent gaan wonen. Alleen als u nu binnen 10 kilometer van de instelling woont waar uw broer verpleegd wordt, kunt u de reiskosten voor ziekenbezoek niet meer aftrekken.
Ik ben verhuisd, maar ik ga nog altijd regelmatig op bezoek bij mijn partner, die in een verpleeghuis woont. Welke afstand moet ik dan aanhouden voor de aftrek van reiskosten ziekenbezoek? De afstand tot onze oude, gezamenlijke woning of de afstand tot het huis waar ik nu woon?
Wettelijk geldt ‘de afstand tussen de woning of verblijfplaats van de bezoeker en de plaats waar de verpleging plaatsvindt’. Kortom, u kunt de afstand aanhouden van uw huidige woning. Is uw nieuwe woning minder dan 10 kilometer verwijderd van de instelling waar uw partner woont, dan kunt u geen reiskosten voor ziekenbezoek meer aftrekken.
Mijn broer is naar een andere instelling verhuisd. Welke afstand moet ik dan aanhouden voor de aftrek van reiskosten ziekenbezoek? De afstand tot de instelling waar hij eerst woonde of de afstand tot de nieuwe instelling?
Ook hier geldt de wettelijke bepaling dat het gaat om ‘de afstand tussen de woning of verblijfplaats van de bezoeker en de plaats waar de verpleging plaatsvindt’. Kortom, u kunt de afstand aanhouden tot de nieuwe instelling. Is die nieuwe instelling minder dan 10 kilometer verwijderd van uw woning, dan kunt u geen reiskosten voor ziekenbezoek meer aftrekken.
Alle informatie in deze rubriek gaat over het belastingjaar 2022. U kunt aangifte inkomstenbelasting over dat jaar doen vanaf 1 maart 2023.